Cirkels van

‘Mens-in-context’

Het fundament

De cirkels van ‘Mens-in-context’ is holistisch raamwerk op basis van fysiologie, medische wetenschap, sociaal psychologie en management & organisatie.

Hier volgt een korte introductie op de cirkels van ‘Mens-in-context’.

Cirkels van mens in context
 

DE ESSENTIE VAN DE CIRKELS VAN MENS IN CONTXT

Het leven en werken in groepen en organisaties is voor sommigen een feest en voor anderen een uitdaging. Functioneel weten we veelal wel wat er toen is, want we kunnen beschikken over de meest moderne inzichten en technieken. Bij verandering, samenwerking, coördinatie en afstemming kunnen we soms ook gedoe ervaren. Wat jij en ik als professional of leidinggevende daarin tegenkomen, kan variëren van frustraties, teleurstelling, onbegrip, boosheid, afkeur of nog erger dat jij je genegeerd voelt. Wat er daarna gebeurt is ongewis en kan uiteenlopen van afstand nemen, doorgaan-met-doorgaan, verhaal halen, het gesprek aan gaan via passief agressief gedrag tot aan conflict.

Zonder dat we het door hebben, ben je als professional of leidinggevende mogelijke verstrikt geraakt, waarneembaar in defensieve reacties of ongezonde werkverhouding met collegae en ben je op zoek naar een uitweg. In veel gevallen spreken we dan in een abstract begrip over dynamiek. Om (in-)zicht te krijgen op die dynamiek zijn de cirkels van mens-in-context samengebracht. Het geeft een ordening om te ontdekken welke invloeden er spelen en biedt de ruimte om te verkennen, leren en ontwikkelen.

Als eerste perspectief is de uitnodiging om te kijken naar de context van jou en mij, wat is het grotere betekenisgevende kader? met vragen als ‘wie zijn er hier?’; ‘wat was de aanleiding en wat is onze verbondenheid?’; wat willen we hier doen?’ In het werkkader komen de vragen aan bod als: ‘wat is wiens rol?, wat zijn de omgevingsfactoren?’; ‘wat hebben wij hier te doen?; ’wat is de mores van een branche, industrie segment of de organisatie of samenwerking in bredere zin?.

Het is de mens die ieder op zijn/haar eigen manier de situatie beleeft. En die situatie wordt niet alleen bepaald door de context, maar ook door eigen opvattingen - lees vormen van betekenisgeving, maar ook door eigen achtergrond ervaring en persoonlijke en professionele ontwikkeling.

We zijn veelal in interactie met de mensen om ons heen. Een ieder met andere ervaringen. Ik noem dat inmiddels ‘ontmoeting van levenslijnen’. Hierin krijgt wisselwerking vorm tussen mensen, namelijk individueel (ik-jij (en de ander)), in een groep (ik-jij-wij) en tussen groepen (wij-zij). En zonder dat we het altijd werkelijk beseffen zijn we onderdeel van een situatie, gevolgd door de vragen: wat is de definitie van een situatie en wie bepaalt die? En hoe weten we dan dat wisselwerking ten volle wordt benut. Sommige wensen daarin dat, dat vorm krijgt in ‘deep democracy’ zonder dat voor alle betrokken duidelijk is dat dat via groepsociale en evolutionaire betekenis vorm kan krijgen.

In de praktijk wordt veelal gewerkt aan het creëren van waarde. Hierbij valt te denken aan het maken van producten, diensten of in meer basale vorm namelijk menselijke aandacht. De cirkel WAARDE CREEREN omvat de (bundeling) ambitie, persoonlijke vaardigheden, vermogens, oriëntaties, de mentale modellen en de middelen voor het realiseren van waarde - ongeacht de verschijningsvorm.

En dit speelt zich allemaal af in de realiteit namelijk alle vormen van wisselwerking in onze omgeving. Aan de ene kant omdat we zelf er geen deel van uitmaken. Maar ook niet omdat we er veelal geen zicht op hebben - gewoonweg omdat ons blikveld niet toereikend is en ons brein dat niet kunnen voorstellen.

Dit vormt samen de cirkels van mens in context.

 

'Before the mind can create the world,

the world creates the mind!


Gabor Maté ‘The Myth of Normal’ (2022)

 

Context - betekenisgevend kader

CONTEXT - HET BETEKENISGEVENDE KADER

Context : ‘samenhang’, contexte (Fr.) contextus (Gr.) het grotere betekenisgevende kader waarbinnen iets plaatsvindt | zowel in taal, als in een fysiek en sociale situatie.

“Als je een bakker bent en brood bakt, ben je een bakker. Als je het beste brood ter wereld maakt, ben je geen kunstenaar, maar als je het brood in de galerie bakt, ben je een kunstenaar. De context maakt dus het verschil.”

–Marina Abramovic

De fysieke infrastructuur in een ziekenhuis is anders dan de regels voor het verkeer . Beide zijn niet direct beïnvloedbaar, tenzij het je vak is om daarmee bezig te zijn. Echter voor vele gebruikers is het slechts de context - het is een gegeven. Die context geeft betekenis aan hoe wij ons als mens gedragen. Het woord 'betekenis' is dan doorslaggevend.

En over die context hebben we in het klaslokaal net zoveel geleerd als over verschillende lessen die we daar kregen.

 

MENS - DE MENS WEER ZIEN

De menselijke natuur geeft ons veel potentie en is tegelijkertijd kwetsbaar. Potentie in fysiologische en biologische vermogen en de kans om te kunnen ontwikkelen. Tegelijkertijd heb je niet gekozen waar je geboren bent. Als mens ben je kwetsbaar voor invloeden van buitenaf. Je levenslijn begint in afhankelijkheid van je verzorgers en krijgt vorm in scholing en de start in een werkbaar leven. Echter hoe die start van je leven vorm krijgt is voor iedereen verschillend.

Hechting in ons jonge leven heeft grote invloed op onze manier waarop we ons later kenbaar maken. Naast hechting spelen context op school in bijvoorbeeld sociale veiligheid, dominante opvattingen in scholing een grote rol bij individuele vorming en ontwikkeling van je social character.

Hiermee vormen zich zogenaamde orientatie van betekenisgeving, overlevingshoudingen, hechtingstijlen en triggers. Deze overschaduwen soms je natuurlijke potentie. Soms wordt er wel gezegd, ‘wat je denkt is niet wie je bent’ of ‘je bent niet je emotie’. We hebben een oneigenlijke relatie hebben met onze persoonlijke ontwikkeling, want ons gedrag is vaak onbewust.

De wetenschap brengt verschillende inzichten over vorming en ontwikkeling van ieders jonge leven. Belangrijke grondleggers zijn Winnicot, Seyle, Bowlby, Miller, Harris, Porges en Maté.

In het werkbare leven zijn we gedreven of worden we verleid. Hoe jij en ik daar mee omgaan, wordt bepaald door je intrinsieke motivatie voor een gezond leven en hoe je vorm geeft aan wat belangrijk voor je is. De cirkel mens omvat je levenslijn, je identiteit, je gezondheid en (on-)vermogens opgedaan uit ervaringen en ontwikkeling tot nu toe.

De menselijke natuur

 

Interactie - wisselwerking op basis van intentie en betrokkenheid

INTERACTIE - ONTMOETEN EN AFSCHEID

We zijn veelal in interactie met de mensen om ons heen. Een ieder met andere ervaringen. Ik noem dat inmiddels ‘ontmoeting van levenslijnen’. Een levenslijn, waarin jij en ik ervaringen heb opgedaan en onbewust gedrag tot gevolg.

En zonder dat we het altijd werkelijk beseffen zijn we onderdeel van een situatie, gevolgd door de vragen: wat is de definitie van een situatie en wie bepaalt die? Hoe iemand een situatie beleeft en hoe daarin te handelen, wordt voornamelijk ingegeven door zijn/haar intenties, opvattingen - lees vormen van betekenisgeving, hechting stijlen en persoonlijk professionele ontwikkeling. Het zijn uiteindelijk, de context, de sociale verhoudingen en machtsverdeling en je intentie en opvattingen die bepalen hoe jij en ik als individu, een groep of een gemeenschap een zekere situatie definieert. Het is de overeenstemming over de definitie van de situatie met alle betrokkenen, die de kwaliteit van bepalen van wat zich mag ontvouwen.

De cirkel ‘INTERACTIE’ omvat de ontmoeting van levenslijnen in een zekere context en situatie, de beschikbare fysieke, mentale, sociaal emotionele ruimte en het individuele gedragsrepertoire, die bepalen wat zich in wisselwerking kan ontvouwen.

 

WAARDE CREëREN

In ons leven hebben we toegang tot producten, diensten of simpelweg in aandacht.

Door de agrarische, industriële en internet revolutie zijn producten en diensten steeds ingewikkelder geworden en zijn er een hele keten ontstaan om de koopwaar, handelswaar, producten en diensten te fabriceren en distribueren. Doordat ketens van werk en verwerkingsprocessen ingewikkelder zijn geworden zijn er naast arbeidsdeling, vraagstukken van samenwerken en coördinatie en afstemming ontstaan. De kernvraag is dan: 'hoe wordt iets georganiseerd?'. Wat is leidend, de behoefte van de afnemer - wat heeft de context nodig - wat is hier nodig?; of de efficientie van kostenverdeling of het gelijkheidsbeginsel van het systeem? .

In je werkbare leven vervul je verschillende rollen en taken. Rollen neem je op je of worden je toebedeeld expliciet in je functie en impliciet door de verstandhouding met een ander of de groep waarvan je deel uit maakt. Afhankelijk van je rol/functie lever je een bijdrage in de manier waarop waarde wordt gecreëerd en hoe dat wordt georganiseerd. Je past je aan in je rol aan, op wat de omgeving van je nodig heeft of van je verlangd.

De cirkel WAARDE CREEREN omvat de (bundeling) ambitie, persoonlijke vaardigheden, vermogens, oriëntaties, de mentale modellen en de middelen voor het realiseren van waarde - ongeacht de verschijningsvorm.

 
 

REALITEIT

‘Als we alle wisselwerking in onze omgeving in ons brein zouden kunnen voorstellen zouden we de realiteit doorgronden’

- van Dinten (2022) Realiteit en Werkelijkheid p22 en p323

Realiteit omvatten alle wisselwerking en is een tegenhanger van gedachten en concepten die je 'werkelijkheid' zou kunnen noemen. Een voorbeeld van een realiteit is het herstel van natuurgebied na bosbranden of de inslag van een bliksemschicht.

Wat is het verschil tussen de woorden realiteit en context. Context is het betekenisgevende kader, de situatie, de elementen van een situatie waar jij en ik onderdel van zijn. Realiteit is het geheel van alle wisselwerkingen in onze omgeving, waar wij als mens maar beperkt zicht op hebben.

 

De cirkels ZELF - ritme, betekenisgeving en transities

De cirkels staan voor 1.tijd-en-ritme, 2. betekenisgeving en 3.transformatie op verschillende niveaus.

Om te beginnen met tijd en ritme. Ritme is het makkelijkste uit te leggen aan de hand van je hartritme, je dagritme met als voorbeeld je slaapritme. Noem het je fysiologische ritme, het is cyclisch.

En dat ritme kom je op verschillende niveau's tegen.

Bijvoorbeeld het ritme van een gezin, de relaties met je partner, vrienden en familie en het ritme van het werk.

Het ritme wordt ondermeer bepaald door hoe jij, jullie in je relatie, samen met je gezinsleden dat ritme hebben georganiseerd. Het is het groep-sociaal ritme in interactie met de mensen om je heen.

Soms komt dat sociale ritme onder invloed van school-tijden, verenigingen en de ambitie in je werk. Ik noem dat ook wel de invloed van het ‘systeem-ritme’. Voorbeelden zijn de verschuiving van vakanties door schoolgaande kinderen, je werktijden, werkroosters of de trainingstijden bij de sportvereeniging.

Het systeem-ritme van het werk worden weer bepaald door de branche, de industrie en de rol die je inneemt. Bijvoorbeeld de teelt van groente en fruit heeft een groeiritme. Na de oogst wordt het ritme bepaald door houdbaarheid van de oogst . Gevolgd door de logistiek om de bloemen, de groente en het fruit oogst bij de gebruiker te krijgen.

 

BRONNEN

1.   Achterbergh J., Vriens D. (2010) Organizations – social systems conducting experiments – Springer Verlag Berlin.

2.   Dempster B. (2000) Sympoietic and autopoietic systems: A new distinction for self-organizing systems.

3.   Dinten W. van, Schouten I. (2022) Realiteit en werkelijkheid – Naar een hoopvolle toekomst - Eburon Utrecht.

4.   Harris J. (2006) No Two Alike Human - Nature and Human Individuality, Norton & Comp. New York.

5.   Hintsa A., Saari O. (2015) The Core – Better life better performance, WSO Helsinki.

6.   Hirschhorn L. (1988)The workplace within, Psychodynamics of organizational life, MIT Press Massachusetts.

7.   Luhmann N. (1984) Soziale systeme eine allgemeine Theorie, Suhrkamp Frankfurt am Main

8.   Mate G., Mate D. (2022) The myth of normal – Trauma, illness, healing in a toxic culture, Penguin London

9.   Mate G. (2003) When the body says no, the cost of hidden stress, Vintage Toronto

10. Miller A., (1979) Das drama des begabten Kindes und die Suche nach dem wahren Selbst, Suhrkamp Frankfurt am Main

11. Porges S. (2011) The polyvagal Theory: Neurophysiological Foundations of Emotions, Attachment, Communication and Self Regulation, Norton & Comp. New York.

12. Ruppert F. (2010) Symbiose und Autonomie – Symbiosetrauma und Liebe jenseits von Verstrickungen, Klett-Cotta Stuttgart.

13. Snippe W.R. (2012) In een rechthoekig cakeblik bakt men geen ronde taarten – Proefschrift Universiteit Nyenrode.

14. Wielink J. van, Fiddelaers-Jaspers R., Wilhelm L., (2020) Taal voor transitie – Je roeping als leider in een wereld van verandering. Circle Publishing, Heeze